maandag 18 mei 2009

“Zonder maatschappelijk draagvlak blijft straatkinderenprobleem in Brazilië bestaan”

Brazilië, dat zijn exotische danseressen, carnaval en capoeira. Maar hoe zit het met de problemen van dit geïndustrialiseerde land: steden die uit hun voegen barsten, extreme armoede, hoge criminaliteitscijfers en miljoenen straatkinderen. Professor M. Bayer, van de Universiteit van Utrecht, is gespecialiseerd in Brazilië.

Wat is er bijzonder aan de problemen van Brazilië?
Het bijzondere aan Brazilië is de paradox, het is een land van extreme tegenstellingen. Brazilië is een van de meest vooruitstrevende economieën in de wereld. Het heeft een rijke cultuur en het is een democratie. Toch leven miljoenen mensen in extreme armoede. Het aantal ondervoeden wordt geschat op 23 tot 55 miljoen mensen, op een populatie van 186 miljoen. Dat zijn gigantische aantallen, onaanvaardbaar in een relatief rijk land als Brazilië.
Er is een welvaartskloof?
Inderdaad, het verschil tussen arm en rijk is opvallend groot in Brazilië. Het verschil in inkomen is het grootste van alle geïndustrialiseerde landen in de wereld. De armste 20 procent van de bevolking verdient nog geen 3 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de rijkste 20 procent van het land verdient 60 procent van het BBP. Het rijkste deel van de bevolking verdient dus 20 à 25 keer meer dan het armste deel.
Bedreigt die kloof de stabiliteit van het land?
De politieke stabiliteit wordt niet bedreigd. Brazilië heeft redelijk stevige politieke structuren en de politieke impact van de miljoenen armen is daar simpelweg niet groot genoeg voor. Maar het spreekt voor zich dat geen enkel land zich zo’n kloof in rijkdom kan permitteren op de lange termijn. De sociale stabiliteit wordt volgens mij wel bedreigd, en op termijn zou dat de hele samenleving kunnen ontwrichten.
Op welke manier wordt die stabiliteit bedreigd?
Er zijn twee problemen die de stabiliteit kunnen bedreigen, en beiden houden direct verband met de extreme armoede. Je hebt het gigantische probleem van de ‘sem-terra’, de grondlozen. Zij staan voortdurend in conflict met de grootgrondbezitters. Voor de sem-terra is dat een ongelijke strijd want grootgrondbezitters hebben veel politieke invloed in Brazilië. Het tweede probleem heeft daarmee te maken: de enorme landvlucht. De urbanisatie is honderd jaar geleden al begonnen en zeker de laatste vijftig jaar zijn veel mensen naar de steden getrokken. Dat betekent in cijfers dat 83 procent van de 186 miljoen inwoners in steden leeft. Vandaar de vele steden met meer dan 20 miljoen inwoners. Het gaat om mensen die naar de steden trekken in de hoop er een beter leven te vinden. In de regel belanden zij in krottenwijken, de favela’s.
Wat zijn die favela’s precies?
Favela’s zijn illegaal gebouwde wijken aan de rand van grote steden. Mensen, vooral inwijkelingen, met weinig of geen inkomen die geen huishuur kunnen betalen, belanden in zo’n wijken. In de favela’s ontbreekt elke basisinfrastructuur. Er zijn geen rioleringen of wegen en er is geen watervoorziening. Mensen beschikken alleen over grondwater dat ze zelf gecontamineerd hebben. De extreme armoede en de wetteloosheid zijn belangrijke oorzaken van de hoge criminaliteit in die wijken. Het is ook in de favela’s dat de problematiek van de straatkinderen is geëscaleerd. De familie van die kinderen kan hen niet meer onderhouden of is gestorven waardoor de kinderen op straat belanden. Het aantal straatkinderen wordt op 200.000 tot 8 miljoen geschat. Ik denkt dat die laatste schatting de meest realistische is.
Hoe kan het probleem van de straatkinderen opgelost worden?
Ik ben heel pessimistisch. Uiteindelijk kan alleen de Braziliaanse civiele maatschappij daar een einde aan maken. En daar zit nu net het probleem. Bij ons spreken we al eens over de verruwing van de maatschappij. In Brazilië is die verruwing nog veel extremer. Als twintig of dertig jaar geleden straatkinderen nog als slachtoffers werden gezien dan zijn ze nu criminelen geworden in de ogen van de publieke opinie. Mensen zijn het beu dat ze worden bestolen en dat er soms doden vallen bij gewelddadige overvallen van kleine boefjes. Ze realiseren zich niet dat die kinderen proberen te overleven in een stedelijke jungle. Met dat onbegrip belanden we terug bij het begin van ons gesprek: de kloof tussen arm en rijk. De verschillende klassen zijn te veel van elkaar vervreemd om zich te kunnen inleven in bijvoorbeeld het lot van kinderen die op straat leven.
Een oplossing is er dus niet?
Die harde houding in de samenleving maakt dat er geen maatschappelijk draagvlak bestaat voor een echte oplossing voor dit samenlevingsprobleem. Zonder maatschappelijk draagvlak zal dit blijven aanslepen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten